Op de benedenverdieping ontdekt de bezoeker eerst het appartement van René Magritte, dat met het originele meubilair gerestaureerd is. De twee bovenverdiepingen van het huis werden als een biografische tentoonstelling ingericht waar de bezoeker een twintigtal originele werken (gouaches, tekeningen en twee olieverfschilderijen), een tiental reclamewerken, originele voorwerpen en een selectie van archiefdocumenten kan ontdekken die aan de muren en in de vitrines tentoongesteld worden. Een chronologisch parcours, vanaf de geboorte van Magritte tot zijn dood, retraceert zowel de verschillende fases in het leven van de kunstenaar als zijn artistieke evolutie en zijn banden met de verschillende artistieke bewegingen uit die tijd.
Onder de hoogtewerken die in het Museum worden tentoongesteld, vermelden we de gouaches Le témoin, La Lampe d’Aladin en Lola de Valence (onderdeel van de ‘Vache’ periode) evenals een ideeënschrift waarin Magritte zijn theorie over woord en beeld ontwikkelde. Men ontdekt er soms een minder gekende Magritte, aan de hand van een kubistisch werk van het begin van de jaren 1920 en twee werken uit zijn Renoir-periode. Zonder het verrassend surrealistisch tapijt te vergeten, dat samen met de dichter Paul Nougé tot stand kwam.
Het accent ligt vooral op de intieme sfeer van het huis, evenals op de conservatie van de soms fragiele documenten die geen al te sterk licht kunnen verdragen. De scenografie onderstreept de architectuur van het in 1925 gebouwde huis, dat intact is gebleven.